Immaterieel erfgoed is ‘levend erfgoed’. Het omvat sociale gewoonten, voorstellingen, rituelen, tradities, uitdrukkingen, bijzondere kennis of vaardigheden die gemeenschappen en groepen (en soms zelfs individuen) erkennen als een vorm van cultureel erfgoed. Een bijzonder kenmerk is dat het wordt overgedragen van generatie op generatie en belangrijk is voor een gemeenschappelijke identiteit.

Sinds 2012 is Nederland partijstaat bij het UNESCO-Verdrag ter Bescherming van het immaterieel Erfgoed. Een van de plichten die uit de ratificatie voortvloeit is het aanleggen van een nationale inventaris. Deze inventaris bevat immateriële erfgoederen die voldoen aan de volgende criteria:

  • De voorgedragen traditie voldoet aan de definitie van immaterieel cultureel erfgoed. Het heeft een kortere of langere geschiedenis en wordt doorgegeven van generatie op generatie.
  • Er is sprake van levende cultuur.
  • De betreffende traditie wordt gedragen door een gemeenschap en die gemeenschap draagt de traditie voor.
  • Deze gemeenschap heeft de problemen in de overdracht naar volgende generaties in kaart gebracht en zet zich in om deze knelpunten op te lossen. Dat doet het door een erfgoedzorgplan op te zetten en uit te voeren.

Sinds 2013 is het Bloemencorso Eelde opgenomen op de lijst voor Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed Nederland.